Toen het er begin november op leek dat er mogelijk een nieuwe lockdown zou komen, hield ik mijn hart vast of vanuit overheidswege dezelfde verkeerde inschatting gemaakt zou worden om de medisch noodzakelijke zorg weer op te schorten. Tijdens het schrijven van dit voorwoord is het gelukkig nog niet zo ver. Maar het is de vraag in hoeverre het bij de overheid doordringt dat de (medisch) pedicure officieel deel uit hoort te maken van de gezondheidszorg. In hoeverre dringt het door dat de voeten niet onder handen worden genomen vanuit een wellnessgedachte, dat het niet een beetje nagels knippen en/of lakken is. De (medisch) pedicure neemt de voeten van de risicopatiënten onder handen om te voorkomen dat er een risico op een ulcus ontstaat. De naam is niet voor niets risicopatiënten. En anders zorgt de pedicure voor tijdige doorverwijzing. En ja, de podotherapeut is officieel eindverantwoordelijk. Maar zonder al die pedicures heeft de podotherapeut ook te weinig handen om voor al die risicopatiënten te zorgen. En dan hebben we het nog niet gehad over de btw-situatie die de pedicures in een ongelijke positie plaatst ten opzichte van de andere zorgverleners die niet btw-plichtig zijn. Brancheorganisatie ProVoet werkt achter de schermen ongetwijfeld vol gedrevenheid verder aan de rechtszaak die, ondanks de 2 eerdere overwinningen op de Belastingdienst, nu nog de laatste horde bij de Hoge Raad moet nemen. Maar, helaas, zoals dat met veel rechtszaken gaat, kan dat nog heel lang duren. In de tussentijd rest slechts 1 ding: aan de hand van je werk blijven tonen waarom de pedicure een professionele zorgverlener is die thuishoort in de gezondheidszorg.
