Kennistoets Podopost nr. 3, 2022

Onderstaande vragen horen bij het themanummer van Podopost nr. 3, 2022 over de geriatrische voet. Je kunt deze Podopost ook online lezen als je geabonneerd bent op Podopost.

1. Stelling: de geriatrische voet is een andere benaming voor de oudere voet*

a. Dit antwoord is juist
b. Dit antwoord is onjuist

2. Een cliënt van 71 jaar heeft nieuwe schoenen nodig. Zij laat je 3 plaatjes zien van schoenen die ze op het oog heeft en vraagt om jouw advies. Mevrouw heeft lichte balansproblemen. Welke schoen raad je haar daardoor aan?*

3. In welke richting neemt de druk bij therapeutisch elastische kousen af?*

a. Vanaf de knie naar beneden.
b. Vanaf de enkel naar boven.
c. Vanaf de enkel naar beneden.

4. Stelling: bij het insmeren van de voeten komen de hormonen cortisol en endorfine vrij waardoor de cliënt zich zal ontspannen.*

a. Dat is onjuist: cortisol daalt in plaatst van dat het vrijkomt.
b. Dat is juist: cortisol en endorfine zijn zogenaamde gelukshormonen.
c. Dat is niet juist: naast cortisol en endorfine komt er namelijk ook dopamine vrij.

5. Welke veranderingen kunnen er aan de nagels ontstaan bij het ouder worden?*

a. De nagels worden hypertrofisch, boller en doffer.
b. De nagels worden dunner en groeien sneller.
c. De nagels worden doffer en groeien minder snel

6. Waarom is het af te raden om bij een cliënt van 68 jaar met beginnende dementie een nagelbeugel te plaatsen?*

a. De cliënt is niet meer in staat om eventuele pijnklachten of loslaten van de nagelbeugel te constateren. Bovendien kan het plaatsen van de nagelbeugel verwarrend zijn voor de cliënt.
b. Als gevolg van de dementie is de nagelplaat vochtiger en dit geeft meer risico op loslaten van de nagelbeugel.
c. Bij de oudere cliënt zijn de nagelplaat en de huid dunner, waardoor het risico op het ontstaan van wondjes groter is.

7. Wat zijn de oorzaken waardoor de huid minder elastisch wordt?*

a. Vermindering van elastine en vermeerdering van talgproductie.
b. Vermindering van collageen en elastine.
c. Vermeerdering van collageen en elastine.

8. De m. flexor digitorum brevis is verantwoordelijk voor:*

a. De buiging van de hallux en digiti 2 en 3.
b. De strekking van digiti 2 t/m 5.
c. De buiging van digiti 2 t/m 5.

9. Er is sprake van onychogrypose als:*

a. De nagel langer is dan normaal en scheefgroeit.
b. De nagel hypertrofisch is met een normale lengte.
c. De nagel langer is dan normaal en hypertrofisch.

10. Welke standsafwijkingen kunnen voorkomen bij geriatrische voeten?*

a. Hallux limitus, hallux rigidus, hamer- en klauwtenen.
b. Hallux rigidus, hamertenen en windswept deformatie
c. c. Hallux limitus, klauwtenen en digitus supraductus.

AKKOORDVERKLARING*

Ik ga ermee akkoord dat mijn gegevens beschikbaar gesteld worden aan de prijsverstrekker

Naam*

Voornaam Achternaam

Adres*

Straat + huisnummer Stad Postcode Land

E-mailadres*

E-mailadres invoeren E-mailadres bevestigen

Telefoon*

Voetenwerk Magazine

Adres

Samenwerking

Privacy